Onlangs had ik een gesprek met een oudere mevrouw. Ze stond op de zaterdagse vlooienmarkt in Apeldoorn met haar kleedje vol spullen. Ik zocht gekleurd glas om om te smelten tot mooie kleine ornamenten die ik vervolgens in een gebedsnootje bevestig.
Deze mevrouw verkocht oude wijnglazen. “Uit de jaren zestig, uit zuid-Duitsland en Tirol meegenomen, met m’n man”, zei ze. Een kelk uit helder en een voet van transparant groen glas. Dit groene glas zou een prachtig bolletje opleveren. “Dat is leuk meneer, ze willen tegenwoordig alleen maar kant-en-klare producten van plastic uit China”. “Wat u doet is knap”. “Maar waarvoor zijn die bolletjes?” Ik legde uit wat de gebedsnoot is en hoe ik mijn ornamenten maak. Ze zei: “Ik kom uit een katholieke opvoeding, maar hier heb ik nog nooit van gehoord”. Ik vertelde hoe op m’n 27e de gebedsnoot op mijn weg is gekomen. Ze keek me indringend aan en gebaart met een blik naar haar armen waar ze kippenvel aanwijst. Op het zelfde moment staan ook bij mij de haren op m’n armen omhoog. Geheel in de rust vertel ik dat God zich blijkbaar heeft verbonden aan de gebedsnoot.
Dit kleine voorwerp opent de deuren van de hemel. Het brengt begrip over het koninkrijk waar Jezus altijd over heeft gesproken. Het verbindt onze gebeden met ons hart, ons hoofd en de aanwezigheid van de Heilige Geest. Op die momenten worden ziel, geest en lichaam aangeraakt. “Dit doet mij heel veel”, zegt ze. “Er is iets gebeurd in mijn leven” legt ze uit... “Wat er gebeurd is wordt geraakt door uw verhaal. Mijn man is vorig jaar overleden... Wat u vertelt brengt heelheid in mij teweeg.” Ik zoek inmiddels een gebedsnootje in mijn rugzak en geef het haar. “Die is voor u en u mag zelf bepalen wat u erin schrijft”. De begeleidende tekst gaat over mijn zoeken en de vondst die ik ooit in het Rijksmuseum deed. Zij begrijpt het en ik ga weer op weg maar nu met twee oude wijngazen die ik later stuk zal slaan.